zondag, oktober 02, 2005

1 oktober 2005

ik zit nog steeds in mijn westerse gewoonte om redelijk (negen uur) laat op te staan in de vakantie. Dat heeft als gevolg dat ik steeds alleen thuis ben als ik dan uiteindelijk wel uit mijn bed ben gekropen. Vandaag was het niet veel anders, maar niet getreurd, ik kan nog steeds voor mijzelf zorgen. De ochtendceremonie van opstaan wassen omkleden eten kon dus weer beginnen. Maar wat dan? … ik heb mij uiteindelijk met tekengerief aan de voordeur van het huis gezet en het huis van de overburen (waar ook een hyperkynetish meisje van school woont) getekend. Maar toen ik helemaal in mijn tekenen was aan het opgaan kwam daar toch de bordeaux kleurige jeep van de familie aan. in de achterbak lagen de stukken van een houten bed. Waarom hebben ze dat gekocht? Die slapen toch op de grond terwijl ze nog een bed hebben staan. Nu bleek dat later voor in de rommelkamer te zijn, de rommelkamer gaat geen rommelkamer meer zijn maar een gastenkamer, en het bed is trouwens een heel mooi bed.
Om 1uur vertrokken we, zoals gezegd was de dag ervoor, naar de waterval. We vertrokken met de jeep, yes dan kan ik achter in de bak zitten, dat is dus zo plezant, je hebt het mooiste panorama daar, je hebt de heerlijke warme wind in je gezicht samen met de zon. Maar je hebt ook alle Thaise ogen op je gericht. Je moet die gezichten zien als ze mij daar zagen zitten, zo grappig! En natuurlijk kunnen ze het niet laten om te roepen: hey what is you name?
Bij de “waterval” (was weer een gewone rivier die redelijk rap en omlaag ging met een paar stenen in) aangekomen hadden we ons picknickmatje ergens tussen de bomen aan de oever neergelegd. Er was sticky rijst, kippenboutjes en nootjes. Geen echte maaltijd dus maar goed genoeg. Maar we waren niet daar om te eten, maar om te zwemmen! Ook hier, niet zoals aan zee kon je van die grote autobanden huren. En nu met die autoband de waterval af. De truc is om in die band te zitten zodat je je armen en benen nog kunt gebruiken, maar ook zodat je kont niet te veel in het water zit omdat je anders elke steen onderweg raakt. Na de derde keer dat we naar beneden gingen had ik het een beetje door. Maar op één of andere manier lukt het die Thaise mensen om de juiste weg te gaan, mij lukt het natuurlijk om in de stomste plaatsen terecht te komen, tussen de struiken, juist op een grote steen. Frustrerend is het.
En na een paar keer van de natuurlijke wildwaterbaan af te gaan kwam m’n Thaise mama ook eens proberen. Het waren hilarishe situaties voor haar, ze zag mij van de ene kant van de rivier naar de andere gaan, onderweg stonden er natuurlijk ook thaise mensen in het water die iedere keer Hey riepen en me nat spetterde als ik langskwam. Op een moment had ik niet eens gezien dat er een grote steen op mij af kwam, of ik eerder op die steen, ik heb me nog juist kunnen redden door mijn benen in de lucht te steken, maar er zat nog iemand op die steen en die kreeg mijn voeten bijna in zijn gezicht. Ik dacht dat mijn moeder niet meer bijkwam van het lachen.
Raar maar waar, van stenen ontwijken terwijl je in een autoband zit kan je heel moe worden, en ik was niet de enige die moe was, toen ons picknickgerief terug was ingepakt vertrokken we weer. Maar nog met een korte tussenstop aan de grootste dam van Thailand waar ik de eerste schooldag ook al was geweest om van het uitzicht te genieten. We zaten nu met ons drieën in de achterbak en nu was het nog plezanter omdat het donker aan het worden was. toen we bijna thuis waren was het helemaal donker en in de lucht iets verder kon je de bliksemschichten zien, schitterend om te zien.